ho'oponopono

DE VIDEO <Onderaan deze pagina vind je meer uitleg over ho'oponopono>

EEN ERVARINGSVERHAAL:

 

VAN ANGST NAAR LIEFDE

In de zomer van 1954 ben ik met mijn ouders op vakantie. In november zal ik 4 jaar worden. We logeren in een boerderij vlakbij vliegveld Teuge bij Apeldoorn. Opeens is er paniek. Mijn moeder holt met mij aan de hand om de boerderij heen. Ze roept alsmaar mijn vaders naam. Plots zien we zijn gezicht verschijnen achter een klein raampje boven in de nok van de deel. De vlammen slaan uit het dak.

Mijn vader heeft het overleefd, maar de schok hem zo te zien was enorm.

Toch begint dit verhaal als we weer thuis zijn. Ik zit aan onze eetkamertafel te kleuren. Aan de linker zijde zit mijn moeder en tegenover haar, rechts van mij zit onze verzekeringsagent. Dan vraagt de man iets aan mij. Ze kijken me allebei aan.  Ik wilde verdwijnen, onzichtbaar worden. Op dat moment voel ik in en om me heen mijn energie tollen. Ik voel het letterlijk gonzen. Dat wat tot nu toe ín mij was, is nu buiten me. Dan draait de energie om, komt bij me terug en wordt als een minuscuul klein lichtpuntje in mijn hart geplaatst. Daarna voelt alles heel zwaar.

Mijn moeder had me verboden te praten over wat ik had gezien bij de brand.

 

Gedurende mijn hele jeugd word ik geplaagd door enorme angsten. Ik ben voornamelijk bang voor het onzichtbare. Ik ben de communicatie met mijn Lichtfamilie kwijt en mijn aardse familie snapt helemaal niets van me. Uit de gesprekken die mijn ouders voeren, maak ik op dat ze niet meer weten wat ze met me aanmoeten. Voor mijn veiligheid klamp ik me aan mijn moeder vast. Ik zoek letterlijk opnieuw naar een symbiotische versmelting met haar, maar zij geeft niet thuis. Haar enige commentaar was steevast dat er niets was om bang voor te zijn en dat spoken en geesten niet bestaan. Ik ben een bang stil kind geworden, een kind dat leerde te observeren voor haar eigen veiligheid. Een waakzaamheid die lange tijd met me mee zou blijven groeien.

 

Toen ik 17 jaar was, greep de kosmos in. Ik werd ernstig ziek en belandde op 25 december in coma in het ziekenhuis. Het is heel licht om me heen. Heel in de verte hoor ik mijn naam roepen. Iemand klopt op mijn wang. Ik zie dat er een dikke naald tussen mijn ruggenwervels gestoken word, maar ik voel niets. Dan word ik overspoeld door iets waarbij woorden tekort schieten. Ik zal het hier een immense liefde en vrede noemen. Maar het was meer, veel meer dan dat. Als ik de andere dag weer bijkom, lig ik met mijn handen vastgebonden op een zaal. Tegenover mij ligt een jong meisje te gillen, naast haar een oude mevrouw. Uit haar dekens komt een slangetje met gele vloeistof. Het loopt in een zakje, maar dat kan niet want het zakje is vol. Ik wil haar helpen, maar kan me niet bewegen.

 

Daarna was alles anders voor me, een gevoel dat de rest van mijn leven zou blijven. Ik sprak niet over mijn ervaring. Ik weet dat de ervaring mij heeft doen herinneren aan wie ik in diepste wezen ben. Mijn familie en dan voornamelijk mijn moeder merkt wel op dat er iets aan mij veranderd is. Met ogen vol liefde kijk ik naar de wereld. Ik zie ook alles vanuit liefde. Ik ben niet meer bang. Ik  herstel heel spoedig.

Maanden verkeer ik in deze zijnsstaat tot een confrontatie met mijn moeder mij met een klap in de oude stand terugzet. Ik was voor mezelf opgekomen toen mijn moeder me probeerde haar mening op te dringen. Het voor mezelf opkomen was voor mijn moeder een reden om redelijk dramatisch te roepen dat het kennelijk weer over was met de liefde en dat ik weer het onhandelbare kind van voorheen was. Ik schrok enorm. En weer gonsde het in en om me heen. De angst was terug.

 

Mijn angsten raakte ik kwijt toen ik met mijn man en kind verhuisde naar het midden van het land.

Na vijftien jaar huwelijk begon er in mij een gevoel omhoog te kruipen dat zo sterk was, dat ik eigenlijk niet anders kon dan er gehoor aan geven. Ik wilde alleen zijn. Niermand begreep me. Ik liet alle materie en weelde achter me en verhuisde naar een sober flatje. Dat jaar was ik zielsgelukkig. Eén jaar later kom ik iemand tegen die mij op het pad van de Astrologie zet. Kort daarop begin ik aan deze opleiding. Drie jaar later begin ik aan een opleiding tot aurareader en –healer. Inmiddels was ik tijdens deze intense leerperiode begonnen met hoesten. De combinatie van zien en zeggen wat ik zag, had de oude wond aangeraakt. Kort daarop kwam de angst in alle heftigheid terug. Ik was zo bang dat ik nauwelijks nog in het huis waar ik woonde durfde te zijn. Toch besefte ik dat ervoor weglopen geen zin had. Ik bleef dus, holde elke avond alsof ik achterna gezeten werd naar boven samen met mijn teckel, die overigens net zo bang was als ik. Samen kropen we onder de dekens. Na drie maanden zakte de angst. Het instituut waar ik de opleiding deed, besteedde er een les aan, waaruit ik begreep dat er niets was in het onzichtbare om bang voor te zijn. Dat ik als wezen met een lichaam altijd sterker ben. Ik was er niet gerust op. Inmiddels was ik er van overtuigd geraakt dat ik verkeerd bezig was. Iets wat van mij was en wat goed voelt, kon gewoon niet goed zijn. Ik studeerde af in 1996 en ging over de wereld reizen.

 

Nu weet ik dat de angsten van toen tijdens de opleiding te maken hadden met het verwoorden van wat ik met mijn intuïtie zag.  Dat mocht kennelijk nog steeds niet. En opnieuw raakte ik alles kwijt wat van mij was en opnieuw stond ik er alleen voor. Ik had veel over mezelf geleerd maar snapte niet wat er met mij aan de hand was. Ik deed er nog een schepje bovenop. Ging nog meer anderen helpen, nog meer in dienstbaarheid en analyse omdat ik er van overtuigd was niet goed te zijn.

Gek genoeg waren er ook fantastische momenten die ik wel begreep als moment, maar niet in het totaalplaatje. Zo overleefde ik de tsunami in India op wonderlijke wijze en een auto-ongeluk op de Filippijnen. In beide gevallen zat ik er middenin en kwam ik er ongeschonden vanaf.

 

Eenmaal terug in Nederland, kom ik met wat omzwervingen terecht op de plek waar ik nu sinds 8 maanden woon. Wederom gonst het om me heen, maar nu in een bijna dagelijkse frequentie. Het is een prachtige plek, midden in de natuur en vlakbij zee. Op deze plek is er onenigheid. Mensen gunnen elkaar het licht niet in de ogen. Al snel krimp ik in elkaar. Dit wil ik niet meer meemaken. Toch weet ik dat het niet voor niets op mijn pad komt en dat ik er iets mee moet. Het zegt iets over mij en dus daal ik weer af in mijn eigen onderwereld en probeer daar te ontdekken waarom ik mezelf toch in een dergelijke situatie heb gemanoeuvreerd. Dan word ik letterlijk overvallen door een buurvrouw die in alles op mijn moeder lijkt. Binnen korte tijd voel ik mij weer dat onmondige kind. Ik begin via mijn buurvrouw te begrijpen dat mijn moeder een persoonlijkheidsstoornis had die ik als kind niet heb kunnen begrijpen. Ik wilde nog steeds door haar begrepen worden. Ben nog steeds op zoek naar goedkeuring. Ik weet niet hoe ik het moet oplossen. Niet de angst is terug maar de waakzaamheid. Een teken dat ik me op een oneigenlijke manier aan het beschermen ben en dat mijn veiligheid in het gedrang is.

 

Dan voel ik vast te zitten, vast in het verleden. Ik ben helemaal terug bij af, zo lijkt het tenminste.

En in dit alles begrijp ik dat ik met de ogen van mijn moeder naar mezelf kijk. Dat zij nog steeds oplet of ik niet de verkeerde dingen zeg. En net zoals alle mediums, sjamanen, leermeesters en goeroes die op het juiste moment op mijn pad kwamen, was er ook nu  iemand aan wie ik mijn hopeloosheid meedeelde. Via  haar kom ik in aanraking met ho’oponopono. Vanaf het begin weet ik diep van binnen dat deze helingwijze de manier is waar ik mijn hele leven op heb gewacht. Dagenlang loop ik op het strand en bij elke gedachte die mij me opkomt, ben ik me bewust dat die gedachte een herinnering uit het verleden wakker schudt. In mijzelf transformeer ik elke gedachte en elke herinnering en vervang deze  door slechts vier zinnetjes:

Ik hou van jou

het spijt me

alsjeblieft vergeef me

dank je

Elke dag komt er een andere beweging in mijn energie. Zo voel ik letterlijk dat zaken soms buiten me zijn, die eerst in mij zaten. Ik begin mezelf veilig te voelen. Ook begin ik te ervaren hoe ik ondanks alles in de juiste dingen ben blijven geloven. De waakzaamheid maakt plaats voor overgave. De inzichten nemen hand over hand toe. Ik begin te ervaren dat mijn leven tot nu toe een afspiegeling is geweest  van dat ene moment waarop mij verboden werd  te spreken over wat ik had gezien, dat gebeuren op mijn derde jaar. Ik ben bezig mijn communicatie en zicht te bevrijden. Mijn hele romp doet pijn, ik voel een enorme blauwe plek aan de achterkant bij mijn hart. In de nacht word ik wakker van de benauwdheid. Zelfs miden in de nacht herhaal ik bovenstaande woorden. Ik word lichter, zowel in energie als in gewicht. Waar blijft die boodschapper van de Goden toch. Dan transiteert Pluto over mijn Ascendant in Steenbok. Door alles heen ervaar ik stukjes van mijn BDE. Dan dringt het tot me door dat ik onderweg gewoon vergeten van mezelf te houden De onvoorwaardelijke liefde die ik tijdens mijn BDE gevoeld heb is wie ik in diepste wezen ben, en wie iedereen om me heen in diepste wezen is. Ik hoef niks meer te doen om dat te benadrukken. Dat was mijn leerstuk om de gehechtheid aan afwijzing, verraad en verlaten worden te transformeren. Mijn taak zit erop. Ik heb geleerd en leer nog dagelijks om onvoorwaardelijk van mezelf te houden.   

 

Anna van Zantvoort